De ster van Bethlehem(en niet: De ster van Bartlehiem uit de glorietijd van elfstedentochtrijder Evert van Bentem).
De vraag waar velen zich mee bezig hebben gehouden is nu, wat deze "ster" kan zijn geweest en hoe aan de hand van deze verschijning een beter inzicht verkregen kan worden in het tijdstip van de geboorte van Jezus. In de loop van de geschiedenis werden verschillende mogelijkheden geopperd, onderzocht en weer verworpen.
Nadat Edmond Halley in 1705 als eerste de mensheid had laten zien hoe de baan van een komeet berekend moest worden, begon men op bovenstaande opvatting voort te borduren. Uitgerekend kon worden dat komeet Halley op 10 oktober van het jaar 12 voor Chr. het perihelium van zijn baan had gepasseerd. De kortste afstand tot de aarde (24 miljoen km) was in datzelfde jaar op 9 september. Chinese waarnemingen bevestigen dit. Komeet Halley werd dat jaar gedurende 56 dagen van 26 augustus tot 20 oktober waargenomen, eerst 's ochtends in het oosten en na 7 september 's avonds in het westen. De baan liep via de Tweelingen (symbool voor Palestina) en de Leeuw naar de Schorpioen. Een probleem is dat alleen vanuit China deze waarnemingen bekend zijn en niet vanuit Mesopotamië, Babylonië en Egypte. Bovendien moest ook Herodes door de wijzen op de hoogte worden gebracht. Een heldere komeet als Halley in 12 voor Chr. had hij zeker zelf gezien kunnen hebben. Verder spreekt in het nadeel van komeet Halley als ster van Bethlehem dat volgens historici het jaar 12 voor Chr. als geboortejaar aan de vroege kant is. Het tijdstip van de geboorte van Jezus is overigens nog steeds niet exact bekend. En natuurlijk werd, ondanks het vermoeden van Origenes, toch in het algemeen de verschijning van een komeet als een teken van kommer en kwel gezien en niet als de aankondiging van een blijde gebeurtenis als de geboorte van Jezus. Hoewel er nog wel enkele andere kometen bekend zijn uit de periode waarin Jezus geboren zou kunnen zijn, hadden de wijzen uit het oosten, waarschijnlijk Chaldeese priester-astrologen, er geen interesse in. Zij werkten met de regelmatige planeetbewegingen. Als conclusie kunnen we stellen dat er vermoedelijk geen komeet heeft opgetreden als de ster van Bethlehem.
Uit een publicatie uit 1977 van Clark, Parkinsons en Stephenson blijkt dat onafhankelijke Chinese en Koreaanse geschriften melding maken van het feit dat er in maart/april van het jaar 5 voor Chr. een heldere ster gedurende 70 dagen te zien was in de buurt van de sterrenbeelden Steenbok en Arend. Dit moet een nova aan de oostelijke ochtendhemel geweest zijn, wat evenmin in tegenspraak is met het Evangelie van Mattheüs. We kunnen concluderen dat dit een mogelijke verklaring is voor de ster van Bethlehem, maar … waren de wijzen (astrologen) wel geïnteresseerd in dergelijke onverwachte gebeurtenissen? De geboorte van Jezus was immers al van tevoren voorspeld aan de hand van de bewegingen van de planeten die goed voorspelbaar waren, ook toen al. Een nova-uitbarsting is daarentegen niet te voorspellen en bovendien waren dergelijke veranderingen aan de hemel, net als kometen, voortekenen van kommer en kwel voor het volk. Een supernova zal de ster van Bethlehem zeker ook niet geweest zijn, omdat daarvan over de hele wereld geen enkele aantekening bekend is. Hoewel, er zit nog veel in de grond verborgen.
Toch waren gedurende de maanden april en mei van dit jaar de beide planeten nog vlak bij elkaar aan de oostelijke ochtendhemel te zien. Dit komt overeen met het Evangelie van Mattheüs. Deze samenstand kan de wijzen de weg hebben gewezen. De herders waren toen ook in het veld, want de winter was al voorbij. Op oude spijkerschrift-tabletten is de bevestiging gevonden van deze samenstanden. Daar Jupiter staat voor geluks- en koningsster (Messias), Saturnus voor de beschermer van Palestina (God van de Joden) en Vissen het sterrenbeeld is van Palestina, van de Messias, kon een dergelijke samenstand een overgang betekenen van een oude naar een nieuwe tijd. Er werd dan ook een tijdlang veel geloof gehecht aan deze verklaring van de ster van Bethlehem. Toch zijn er punten van kritiek. De samenstand was namelijk niet erg indrukwekkend. De afstand tussen Jupiter en Saturnus aan de hemel bedroeg meer dan een graad, meer dan twee volle manen naast elkaar. Bovendien hebben astrologen deze samenstand kunnen zien aankomen, waardoor het geen verrassing meer kon zijn, ook niet voor Herodes. Ook komt deze samenstand niet goed overeen met de historische feiten, waarop we hier verder niet zullen ingaan. De meest gangbare opvatting is dat historici nu denken dat alles toch iets later moet zijn gebeurd. Astronomen haken daar duidelijk op in en berekenden andere bijzondere samenstanden, zoals die op 12 augustus van het jaar 3 voor Chr. Toen bevonden zich Jupiter en Venus vlak bij elkaar in het sterrenbeeld Leeuw. Deze samenstand was te zien 's avonds in het westen. We kunnen ons nu afvragen of de wijzen de ster in het oosten hebben gezien, of dat zij zichzelf in het oosten bevonden, toen zij de ster in het westen zagen. Wel is de Leeuw het astrologische sysmbool van Judea en ging de samenstand vergezeld van de ster Regulus, de Koningsster. Dit maakt alles wel indrukwekkend. Driemaal kwam Jupiter in de buurt van Regulus, in september en een jaar later in februari en mei. En als klap op de vuurpijl vond er op 17 juni van het jaar 2 voor Chr. een samensmelting plaats van Jupiter en Venus in de buurt van de ster Regulus aan de westelijke avondhemel. Nemen we aan dat dit voorlopig de beste verklaring is voor de ster van Bethlehem dan kunnen we concluderen dat de wijzen uit het oosten dus gedurende de zomet van het jaar 2 voor Chr. naar het westen (Jeruzalem, Bethlehem) trokken en zich in de avonduren lieten leiden door de opvallende samensmelting van Jupiter en Venus, terwijl de herdertjes bij nacht in het veld lagen. Waarom niet? wtz
|